Lagere lasten bij loondoorbetaling ziekte

Veel werkgevers ervaren de doorbetaling van loon bij zieke werknemers en de re-integratieverplichtingen als een zware last. Het kabinet wil de verplichtingen makkelijker, duidelijker en goedkoper maken. Het wetsvoorstel ”maatregelen loondoorbetaling bij ziekte en WIA” is beschikbaar gesteld voor consultatie op internet.

Werkgevers hebben de plicht om zieke werknemers twee jaar lang minimaal 70% van het loon door te betalen. De werkgever en de zieke werknemer hebben ook re-integratieverplichtingen; de zieke werknemer moet in principe weer terugkeren in het arbeidsproces.

Re-integratieverplichtingen zijn “disproportioneel”
Vooral veel kleine werkgevers zeggen de re-integratieverplichtingen ‘disproportioneel’ te vinden. Ondanks hun financieel kleinere draagvlak hebben ze dezelfde plichten en kosten als grote werkgevers. Werkgevers vinden ook dat de verantwoordelijkheden bij re-integratie te veel bij de werkgever liggen.

Een ander probleem is dat het vooral voor kleine en middelgrote werkgevers lastig blijkt om te bepalen of de re-integratie goed verloopt. Ook is er vaak onzekerheid over de mogelijkheid dat een langdurig zieke werknemer in het eigen bedrijf weer aan de slag kan gaan.

Onzekerheid over de kosten
Onzekerheid is er in veel gevallen ook over de kosten. Zelfs als het advies van de bedrijfsarts over de belastbaarheid van de zieke werknemer wordt opgevolgd, kan een verlenging van de loondoorbetalingsverplichting worden opgelegd (voor maximaal een jaar), als het UWV het niet eens is met het oordeel van de bedrijfsarts.

Gebleken is ook dat kleine werkgevers niet altijd de kennis en ervaring hebben om een voor hen goede passende verzekering af te sluiten.

Overzicht maatregelen
Minister Koolmees van het ministerie van SZW presenteert in het wetsvoorstel “Maatregelen loondoorbetaling bij ziekte en WIA” de volgende plannen om de verplichtingen voor werkgevers bij ziekte goedkoper en duidelijker te maken:

Werkgevers krijgen vanaf 2021 een financiële tegemoetkoming voor de loondoorbetalingskosten, in de vorm van een premievermindering. Die bedraagt maximaal € 1.200 per jaar per administratieve eenheid van een werkgever. Op termijn wordt dit systeem vervangen door een gedifferentieerde Aof-premie. Het Kabinet trekt voor de premieverlichting 450 miljoen euro per jaar uit;

Per 1 januari 2020 is er een “MKB-verzuim-ontzorgverzekering” voor de ondersteuning en ontzorging van vooral kleine werkgevers;

Het advies van een bedrijfsarts over de belastbaarheid van de werknemer wordt leidend bij het toetsen van de re-integratieverplichtingen (de RIV-toets) door het UWV. Daardoor zullen volgens het Kabinet loonsancties als gevolg van een medisch verschil van inzicht tussen bedrijfsarts en verzekeringsarts niet meer voorkomen;

Er komt extra geld beschikbaar (10 miljoen euro) om te regelen dat het medisch advies van de bedrijfsarts en het medisch oordeel van de verzekeringsarts gebaseerd kunnen worden op gelijke uitgangspunten;

De wijze van toetsen van de re-integratieverplichtingen moet duidelijker worden, onder andere in afstemming met het UWV;

Betere communicatie over loondoorbetaling bij ziekte, zodat alle partijen weten waar ze aan toe zijn, in samenwerking met onder andere het Verbond van Verzekeraars en het UWV;

De zieke werknemer moet tijdens de loondoorbetalingsperiode in het plan van aanpak en bij de eerstejaars-evaluatie zijn visie geven op het re-integratietraject. Dit voorstel moet nog in een ministeriële regeling worden uitgewerkt;

Met diverse experimenten moet nader inzicht worden verkregen in wat wel en niet werkt bij de verplichting om werknemers (indien nodig) te re-integreren bij een andere werkgever (de tweede spoor re-integratie);

De ontslagbescherming van twee jaar voor werknemers bij ziekte blijft ongewijzigd.

Verdienvermogen van arbeidsongeschikten
Het Kabinet wil dat mensen die een uitkering hebben op grond van de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (de WIA) zoveel mogelijk deelnemen aan het arbeidsproces.

De WIA kent verschillende financiële prikkels waardoor werken naast de WIA-uitkering lonend is. Het totaalinkomen stijgt als een WIA-gerechtigde (meer) gaat werken. Werkhervatting brengt echter ook het risico met zich mee op een lagere uitkering in de toekomst.

Het voorstel is nu om het verdienvermogen van arbeidsongeschikten in de eerste vijf jaar na de werkhervatting niet meer te herbeoordelen. WIA-gerechtigden krijgen daardoor volgens het Kabinet meer zekerheid over het behoud van de uitkering bij werkhervatting en worden gestimuleerd werk te hervatten. Zij kunnen in deze periode van vijf jaar ondervinden of het werk voor hen vol te houden is.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.