De eerste twee jaar van ziekte is de werkgever verplicht om het loon van de werknemer door te betalen. De wet regelt dat de werkgever minimaal 70% van het loon moet doorbetalen, waarbij voor het eerste ziektejaar geldt dat ten minste het minimumloon wordt doorbetaald. Er geldt ook een maximum: de werkgever is niet verplicht om meer te betalen dan 70% van het maximum dagloon. Het maximum dagloon bedraagt per 1 januari 2020 € 219,28 bruto per dag (€ 4.769,34 bruto per maand). In cao’s of individuele arbeidsovereenkomsten wordt vaak afgeweken van de wet en aangesloten bij het ”laatstverdiende loon” van de werknemer en niet het maximum dagloon. Stel dat na twee jaar ziekte het UWV vindt dat werkgever te weinig aan re-integratie van de werknemer in het arbeidsproces heeft gedaan en de loondoorbetalingsverplichting met nog eens 52 weken (een loonsanctie) verlengt. Wat moet de werkgever dan in het derde ziektejaar betalen?
De wet regelt de loondoorbetalingsverplichting voor de eerste 104 weken van ziekte en niets over de omvang van de loonbetaling in de situatie dat een loonsanctie wordt opgelegd. De lijn in de rechtspraak lijkt inmiddels te zijn dat de werkgever voor het verlengde tijdvak niet tot meer verplicht is dan tot doorbetaling van 70% van het maximum dagloon, ook al zijn in het eerste en/of tweede ziektejaar andere afspraken gemaakt. De werknemer kan hierdoor aanzienlijke financiële schade lijden als zijn salaris meer bedraagt dan 70% van het maximum dagloon. Dat deed zich voor in de zaak die onlangs (in kort geding) ter beoordeling werd voorgelegd aan de kantonrechter Amsterdam.
In die zaak verdiende werknemer fors meer dan het maximum dagloon. Tijdens het eerste ziektejaar ontving werknemer 100% van het laatstverdiende loon en tijdens het tweede ziektejaar 70%. Het UWV heeft werkgever vervolgens een loonsanctie opgelegd, omdat zij niet heeft voldaan aan haar re-integratieverplichtingen. De werkgever heeft daarop de loondoorbetaling tijdens het derde ziektejaar beperkt tot 70% van het maximum dagloon.
De werknemer bracht in de procedure onder meer naar voren aanzienlijke schade te lijden: als geen loonsanctie zou zijn opgelegd, zou hij een WIA-uitkering ontvangen en een aanvullende uitkering op basis van een arbeidsongeschiktheidsuitkering die werkgever voor hem bij Aegon had afgesloten. Deze uitkeringen samen bedragen (veel) méér dan 70% van het maximum dagloon. De kantonrechter overwoog dat werkgever tijdens het derde ziektejaar kan volstaan met doorbetaling van het loon ter hoogte van 70% van het maximum dagloon. Volgens de kantonrechter kan dat wel in strijd komen met het goed werkgeverschap, namelijk wanneer de werknemer als gevolg van de loonsanctie financieel nadeel ondervindt. De kantonrechter meent dat er in dit geval aanleiding is om werkgever te veroordelen de door werknemer geleden schade (van € 3.450 bruto per maand) te vergoeden over de periode waarin aan werkgever een loonsanctie is opgelegd. Er zijn omstandigheden denkbaar dat de beperking van de loonbetaling tijdens het derde ziektejaar tot 70% van het maximum dagloon niet in strijd komt met het goed werkgeverschap. Denk aan de situatie dat de werknemer zelf heeft nagelaten mee te werken aan zijn re-integratie.
Wilt u meer weten over de verplichtingen van de werkgever met betrekking tot de zieke werknemer, neem dan gerust contact op.