De Hoge Raad bepaalde vorig jaar dat een werkgever een gedeeltelijke transitievergoeding moet betalen als onder andere de arbeidsovereenkomst is aangepast als gevolg van een blijvende gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid. Dat wisten we daarvoor nog niet, want dat stond niet in de WWZ.
In de meeste gevallen heeft de werknemer daardoor de vervaltermijn van 3 maanden laten lopen. Maar, vindt de Kantonrechter Roermond, het is niet redelijk en billijk als de werkgever zich daarop beroept. De werkgever zou daar niet op zo’n manier beter van mogen worden.
Verder speelt mee dat de transitievergoeding waarschijnlijk weer bij het UWV teruggehaald kan worden. Dat betekent in dit geval dat de werknemer bijna 1,5 jaar na de aanpassing van de arbeidsduur alsnog aanspraak kan maken op een gedeeltelijke transitievergoeding van bijna € 40.000.