Werkneemster van VHL meldt zich meermaals gedeeltelijk of geheel arbeidsongeschikt, en weigert vervolgens een gesprek met haar werkgever aan te gaan over haar re-integratie. Daarnaast heeft werkneemster een arbeidsconflict met meerdere collega’s, waaronder haar leidinggevende. VHL verzoekt ontbinding wegens verstoorde arbeidsverhouding, die door de kantonrechter wordt toegekend, waarna werkneemster in hoger beroep gaat. Volgens het Hof komt een beeld naar voren van een werkneemster die stress ervaart door de werkdruk en andere (gezondheid) problemen ervaart, maar dit niet steeds vertaald ziet in een oordeel dat zij arbeidsongeschikt is. Werkneemster klaagt echter wel over haar leidinggevende en de door hem gegeven beoordeling, zij klaagt over de bedrijfsarts, over haar casemanager en zij probeert door andere mensen in en buiten de organisatie bij haar situatie te betrekken erkenning te krijgen voor de door haar ervaren problemen en klachten. Daarbij laat ze zich moeilijk aansturen, stelt zij haar eigen prioriteiten en maakt zij haar eigen keuzes. Daartegenover staat haar leidinggevende die blijft proberen werkneemster te laten hervatten in haar werk en blijft proberen het gesprek over de arbeidsconflicten te starten.
Het Hof is van mening dat werkneemster in haar klachten door VHL uiterst serieus is genomen. Zo geeft VHL telkens toe in de klachten van werkneemster over de door VHL inschakeling van onafhankelijke derden: als werkneemster klaagt over de ingeschakelde bedrijfsarts, wordt er een nieuwe bedrijfsarts voor haar aangewezen; zij kan gebruikmaken van een ombudsman; een externe vertrouwenspersoon, een bedrijfsmaatschappelijk werker en casemanager zijn ingeschakeld. Bij dit alles blijft VHL voortdurend proberen het gesprek aan te gaan over de gerezen arbeidsconflicten. Werkneemster zegt echter regelmatig kort van tevoren gesprekken af, maakt haar eigen keuzes over thuiswerken en is karig met uitleg over welke werkzaamheden zij tijdens haar re-integratie verricht.
Het Hof oordeelt dat er geen sprake is van ernstig verwijtbaar handelen van VHL en dat er voor het toekennen van een billijke vergoeding geen plaats is.